ECLI:NL:CRVB:2015:4974
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van eerder genomen besluit inzake Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Appellant, geboren in 1990, had op 17 november 2009 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, welke op 3 februari 2010 door het Uwv werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellant niet onafgebroken arbeidsongeschikt was geweest gedurende de wachttijd van 52 weken. Appellant heeft in 2013 een nieuwe aanvraag ingediend, die door het Uwv werd opgevat als een verzoek om terug te komen van het eerdere besluit. Dit verzoek werd afgewezen op 4 november 2013, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere beslissing konden onderbouwen.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht. Hij stelt dat de diagnose Stoornis van Asperger, die op 4 september 2013 werd gesteld, niet correct is behandeld door de rechtbank en dat zijn aanvraag als een nieuwe aanvraag had moeten worden beschouwd. Het Uwv heeft in hoger beroep verzocht de eerdere uitspraak van de rechtbank te bevestigen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de rechtbank het juiste toetsingskader heeft gehanteerd en dat appellant niet voldoende nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigen. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd, met verbetering van gronden. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.