ECLI:NL:CRVB:2015:4871
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.W. Akkerman
- E. Dijt
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor arbeid na hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de arbeidsongeschiktheid van appellant werd beoordeeld. Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.O.G.J. Bakker, heeft hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 15 april 2013. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 december 2015 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 3 juli 2015 heeft de Raad het Uwv in de gelegenheid gesteld om gebreken in de arbeidskundige onderbouwing van het bestreden besluit te herstellen. Het Uwv heeft hierop gereageerd met een rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 31 augustus 2015, waarin nieuwe functies zijn geselecteerd die beter aansluiten bij de beperkingen van appellant.
De Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de motivering van de arbeidsdeskundige en de geschiktheid van de nieuw geselecteerde functies. De Raad concludeert dat de functies die zijn geselecteerd, zoals inpakker en productiemedewerker, voldoen aan de beperkingen van appellant. De Raad oordeelt dat de motivering van het Uwv overtuigend is en dat de begeleiding die in de nieuw geselecteerde functies kan worden geboden, aansluit bij de begeleidingsbehoefte van appellant. De Raad bevestigt daarmee het bestreden besluit en de uitspraak van de rechtbank, waarin het eerdere besluit werd vernietigd.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat het Uwv recht heeft op vergoeding van de proceskosten van appellant in hoger beroep, die zijn begroot op € 1.225,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.