Uitspraak
24 december 2013, 13/4242 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
4 januari 2012 aannemelijk heeft gemaakt dat appellante tijdens de periode in geding niet in loondienst werkzaam is geweest. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat appellante zelf op 5 september 2011 tegenover een inspecteur van het Uwv heeft verklaard dat zij voor [TC] administratief werk heeft gedaan en in de kassen heeft gewerkt. Appellante heeft hooguit 5 á 6 dagen in de kassen gewerkt. Op 8 december heeft appellante verklaard dat de administratie van [TC] per 1 januari 2009 is overgenomen door [RF] en dat zij niet voor [RF] heeft gewerkt. [YA], eigenaar van [TC], heeft op 9 november 2011 tegenover een inspecteur van het Uwv verklaard dat appellante zijn boekhouder was en dat zij eigenaar was van boekhoudkantoor [L.]. Ook heeft [YA] verklaard dat appellante nooit administratieve werkzaamheden voor hem heeft verricht in loondienst en dat appellante ongeveer 4 á 5 maanden bij tuinders heeft gewerkt. Gelet op deze verklaringen en de overige bevindingen uit het fraudeonderzoek heeft het Uwv aannemelijk gemaakt dat appellante (in ieder geval) in de periode van 19 oktober 2008 tot en met 23 februari 2009 geen werkzaamheden heeft verricht in dienst van [TC].