Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Ziektewet (ZW) uitkering aan verzoeker, die eerder als medewerker handhaving werkzaam was bij de gemeente Amsterdam. Verzoeker had zich ziek gemeld met terugwerkende kracht vanaf 24 maart 2013, maar het Uwv weigerde de uitkering op de grond dat hij verwijtbaar werkloos was geworden. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van verzoeker tegen deze weigering ongegrond verklaard. De Centrale Raad oordeelde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep, T.W.J. Jansen, een zorgvuldig onderzoek had ingesteld naar de medische toestand van verzoeker en tot de conclusie was gekomen dat verzoeker op 1 april 2013 in staat was om zijn arbeid te verrichten. Verzoeker had niet aannemelijk gemaakt dat hij als gevolg van medische klachten ongeschikt was voor zijn werk. De Raad volgde de overwegingen van de voorzieningenrechter van de rechtbank en concludeerde dat het bestreden besluit van het Uwv een toereikende grondslag had. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.