ECLI:NL:CRVB:2015:3448
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim en de evenredigheid van de disciplinaire maatregel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar tegen de disciplinaire maatregel van ontslag die hem door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam is opgelegd. De appellant, die sinds 1995 in dienst was van de gemeente Amsterdam, was werkzaam als Medewerker Handhaving C op de afdeling Handhaving A van het voormalig stadsdeel Zuidoost. De disciplinaire maatregel werd opgelegd vanwege herhaaldelijk plichtsverzuim, waaronder het niet verschijnen op werk en het afzeggen van cursussen zonder toestemming. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de opgelegde maatregel van ontslag niet onevenredig is aan de ernst van de gedragingen van de appellant. De Raad stelt vast dat de appellant niet heeft bestreden dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de hem verweten gedragingen en dat het college bevoegd was om de disciplinaire maatregel op te leggen. De Raad komt tot de conclusie dat de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep van de appellant ongegrond verklaarde, terecht was. De Raad bevestigt de beslissing van de rechtbank en wijst het hoger beroep van de appellant af.