ECLI:NL:CRVB:2015:4757
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen blokkering en beëindiging bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen de blokkering en beëindiging van zijn bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort. Appellant ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en had deze bijstand van 1 september 2006 tot 7 oktober 2011 samen met zijn partner ontvangen. Na een onderzoek naar mogelijke uitkeringsfraude, waarbij appellant op marktplaats.nl adverteerde met onderhoudswerkzaamheden, heeft het college zijn bijstand geblokkeerd en later ingetrokken. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft deze bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het college ten onrechte het bezwaar tegen de blokkering niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad oordeelt dat appellant wel degelijk procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn bezwaar, vooral omdat hij aanspraak maakt op schadevergoeding en kostenvergoeding. De Raad vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring en verklaart het beroep gegrond, maar wijst de bezwaren tegen de blokkering en beëindiging van de bijstand ongegrond. De Raad oordeelt dat het college op goede gronden tot blokkering van de bijstand is overgegaan, gezien de schending van de inlichtingenverplichting door appellant.
Daarnaast heeft de Raad de proceskosten van appellant toegewezen en het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is gedaan op 22 december 2015.