ECLI:NL:CRVB:2015:4719
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Bbz 2004 wegens niet-levensvatbaar bedrijf
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bedrijfskrediet en bijstand voor levensonderhoud op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) door het Drechtstedenbestuur. Appellante, die een zelfstandige onderneming wilde opstarten gericht op financiële hulpverlening aan kwetsbare groepen in de regio Zuid-Holland, had haar aanvraag ingediend op 12 september 2012. Het bestuur vroeg advies aan FBA Adviesgroep over de levensvatbaarheid van het bedrijf, waarop FBA concludeerde dat het bedrijf niet levensvatbaar was. Dit advies werd gebaseerd op onvoldoende ondernemerscompetenties en een onrealistisch uurtarief in relatie tot de doelgroep. Appellante heeft geprobeerd het advies te weerleggen door haar uurtarief aan te passen en een nieuwe exploitatieprognose op te stellen, maar FBA handhaafde zijn eerdere conclusie. Het bestuur heeft de aanvraag afgewezen, wat door de rechtbank werd bevestigd. In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van appellante beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat het advies van FBA zorgvuldig was en dat er geen concrete aanknopingspunten waren om aan de juistheid ervan te twijfelen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen.