ECLI:NL:CRVB:2015:4686
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van WAO-uitkering wegens niet-nakoming van onderzoeksverplichting door appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante had een WAO-uitkering ontvangen, maar deze werd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) geschorst omdat zij niet was verschenen voor een onderzoek door een onafhankelijke psychiater. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende medische onderbouwing had gegeven voor haar afwezigheid en dat het Uwv terecht gebruik had gemaakt van zijn bevoegdheid om appellante te laten onderzoeken. De Raad bevestigde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het Uwv zouden beletten om appellante te laten onderzoeken. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv de uitbetaling van de WAO-uitkering terecht had geschorst, en deze uitspraak werd door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad concludeerde dat appellante de op haar rustende verplichting om zich te laten onderzoeken niet was nagekomen, en dat het Uwv op basis van de WAO bevoegd was om de uitkering te schorsen.