ECLI:NL:CRVB:2015:4604
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- C.H. Bangma
- J.A.M. van den Berk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevordering van een militair en het vertrouwensbeginsel
In deze zaak gaat het om de bevordering van een militair, betrokkene, die sinds 31 oktober 1994 in dienst is bij de Koninklijke Marechaussee. Betrokkene verzocht om bevordering tot opperwachtmeester per 1 september 2004, gebaseerd op een toezegging die hij meende te hebben ontvangen van zijn leidinggevenden. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen sprake is van een uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezegging, zoals vereist voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het bestreden besluit van de Minister van Defensie had vernietigd en de Minister had opgedragen een nieuw besluit te nemen. De Raad concludeert dat de detachering van betrokkene bij de Dienst Speciale Interventie op vrijwillige basis was en dat de Minister niet verplicht was om betrokkene met terugwerkende kracht te bevorderen. De Raad oordeelt verder dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding voor betrokkene. De Raad veroordeelt de Minister tot betaling van € 1.000,- voor de bestuurlijke fase en € 500,- voor de rechterlijke fase, en kent ook proceskosten toe aan betrokkene.