ECLI:NL:CRVB:2014:3134
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- J.Th. Wolleswinkel
- R. Kooper
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over bevordering en toezeggingen in ambtenarenrecht
In deze zaak gaat het om een tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De zaak betreft de bevordering van een militair, betrokkene, die sinds 31 oktober 1994 werkzaam is bij de Koninklijke Marechaussee. Betrokkene werd in 1999 bevorderd tot wachtmeester der eerste klasse en in 2004 gedetacheerd bij de Dienst Speciale Interventies. In 2006 werd hij ontheven van deelname aan de Hogere Onderofficiers Vorming, met de toezegging dat hij, zodra de situatie veranderde, alsnog zou worden bevorderd tot opperwachtmeester. In 2010 werd betrokkene met terugwerkende kracht bevorderd, maar zijn verzoek om verdere terugwerkende kracht werd afgewezen omdat hij zich in 2004 niet had aangemeld voor de opleiding.
De rechtbank vernietigde het besluit van de Minister van Defensie en oordeelde dat de toezegging in het ontheffingsbesluit van 2006 als een toezegging moet worden gekwalificeerd en niet als een besluit. De rechtbank oordeelde verder dat de Minister onvoldoende onderzoek had gedaan naar de feiten en omstandigheden van de detachering en de gemaakte afspraken. De Minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, terwijl betrokkene deze onderschreef.
De Raad oordeelt dat de passage in het besluit van 2006 niet meer dan een toezegging betreft en dat er nog geen definitieve beslissing over bevordering was genomen. De Raad stelt vast dat de Minister ten onrechte geen inhoudelijke beslissing op het bezwaar van betrokkene heeft genomen en dat er geen aandacht is besteed aan de stelling van betrokkene dat hij zich in 2004 beschikbaar had gesteld voor detachering. De Raad draagt de Minister op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen acht weken na verzending van deze tussenuitspraak.