ECLI:NL:CRVB:2015:4538
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde WIA-aanvraag door het Uwv zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellant had een WIA-uitkering aangevraagd, maar deze aanvraag werd afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herbeoordeling rechtvaardigden. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, en het Uwv had verzocht om bevestiging van deze uitspraak.
De Raad oordeelde dat het Uwv bij het bestreden besluit had verzuimd te beoordelen of appellant rechten ontleent aan artikel 55 van de Wet WIA, waardoor het besluit niet deugdelijk gemotiveerd was. De Raad bevestigde dat de aanvraag van appellant niet alleen als een herhaalde aanvraag moest worden gezien, maar ook als een melding van toegenomen arbeidsongeschiktheid. De rechtbank had terecht geoordeeld dat er geen sprake was van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.
De Raad concludeerde dat het bestreden besluit in stand kon worden gelaten, ondanks de gebreken in de motivering, omdat er voldoende gegevens beschikbaar waren om tot een eindoordeel te komen. De redelijke termijn voor de procedure was niet overschreden, en het verzoek van appellant om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.