Uitspraak
CIZ
OVERWEGINGEN
.CIZ stelt zich op het standpunt dat klasse 2 doelmatig kan worden geacht voor het ondersteunen bij praktische vaardigheden/handelingen, zoals het binnen handbereik leggen van spullen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag over de indicatie voor zorgfunctie begeleiding individueel op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Betrokkene, een jongen geboren in 1999, heeft sinds 2010 Acute myeloïde leukemie (AML) en heeft intensieve zorg nodig. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank de indicatie voor begeleiding individueel ten onrechte heeft vastgesteld op klasse 4. De Raad stelt vast dat betrokkene, gezien zijn ernstige medische toestand en de noodzaak voor continu toezicht, recht heeft op een indicatie in klasse 5. De Raad verwijst naar eerdere uitspraken en beleidsregels die aangeven dat begeleiding kan worden geïndiceerd voor toezicht gericht op het bieden van fysieke zorg. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en stelt de indicatie voor begeleiding individueel vast op klasse 5 voor de periode van 10 juni 2013 tot en met 10 maart 2014. Daarnaast wordt CIZ veroordeeld in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 1.470,-.