ECLI:NL:CRVB:2015:4226
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Weigering, herziening en terugvordering van kinderbijslag op basis van onjuiste verklaringen van appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering, herziening en terugvordering van kinderbijslag aan appellant, die kinderbijslag ontving voor zijn vier in Marokko verblijvende kinderen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van appellant tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaarde. De Svb had de kinderbijslag met terugwerkende kracht geweigerd en het eerder uitbetaalde bedrag teruggevorderd, omdat de kinderen bij hun moeder verbleven en de betalingen aan de grootouders niet als onderhoudsbijdrage konden worden aangemerkt.
De Raad stelt vast dat de bewijslast bij appellant ligt om aan te tonen dat hij voldoet aan de voorwaarden voor kinderbijslag. Appellant is hierin niet geslaagd, aangezien hij verklaringen heeft afgelegd die evident onjuist zijn. De rechtbank heeft de resultaten van de onderzoeken in Marokko onderschreven, waaruit blijkt dat de kinderen overdag bij hun grootmoeder verblijven en 's avonds met hun moeder naar huis gaan. Appellant heeft betoogd dat er reden is om te twijfelen aan de verklaringen van de moquaddem, maar de Raad ziet geen aanleiding om aan de juistheid van deze verklaringen te twijfelen.
De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd, omdat appellant niet heeft aangetoond dat hij recht heeft op kinderbijslag. De verwijzing naar eerdere uitspraken van de Raad leidt niet tot een ander oordeel, aangezien deze situaties niet vergelijkbaar zijn. De Raad heeft geen aanleiding gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt.