ECLI:NL:CRVB:2015:4016
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanspraak op AWBZ-zorg in relatie tot Zvw-behandeling voor psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, die lijdt aan een chronische depressieve stoornis en een somatisatiestoornis, had een aanvraag ingediend bij het CIZ voor een indicatie voor de functie Begeleiding op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Deze aanvraag werd door het CIZ afgewezen, met als argument dat de behandeling die appellante ontving op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw) voorliggend was op de AWBZ-zorg. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat de behandeling op basis van de Zvw niet voldoende zou zijn voor haar herstel en dat zij daarom recht heeft op AWBZ-zorg. De Raad heeft echter geoordeeld dat het CIZ terecht heeft gesteld dat de behandeling onder de Zvw voorligt op de AWBZ-zorg. De Raad heeft het medisch advies van het CIZ, dat de behandeling onder de Zvw adequaat is en dat begeleiding vanuit de Zvw noodzakelijk is voor het slagen van de behandeling, onderschreven. De Raad heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch advies.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten was.