ECLI:NL:CRVB:2015:3973
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.A. Kooijman
- K.J. Kraan
- M.T. Boerlage
- Rechtspraak.nl
Beoordeling functiewaardering van wijkchefs binnen de politie
In deze zaak gaat het om de functiewaardering van wijkchefs binnen de politie, waarbij appellanten in hoger beroep zijn gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had de beroepen van de appellanten ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de waardering van de functie van de appellanten op schaal 10 niet onhoudbaar was, ondanks dat een waardering op schaal 11 ook verdedigbaar zou zijn. De appellanten, werkzaam als wijkchefs, hadden in 2011 verzoeken om functieonderhoud ingediend, die waren toegewezen. De korpschef had hen vervolgens op 3 april 2012 het voornemen kenbaar gemaakt om hun werkzaamheden te waarderen op schaal 10, wat leidde tot bezwaren van de appellanten. Deze bezwaren werden door de korpschef ongegrond verklaard, wat resulteerde in de rechtszaak.
De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de rechterlijke toetsing bij functiewaardering terughoudend dient te zijn. De Raad heeft de argumenten van de appellanten, die stelden dat hun functie gelijkwaardig was aan die van referentiefuncties op schaal 11, niet overtuigend geacht. De Raad benadrukte dat de korpschef bij de functiewaardering rekening had gehouden met de omvang van de teams die de wijkchefs aanstuurden, en dat dit een legitieme overweging was. De beroepsgrond van de appellanten over het verlies van periodieken wegens verzwarende werkomstandigheden werd eveneens verworpen, omdat dit geen onderdeel uitmaakte van de vastgestelde werkzaamheden.
De uitspraak bevestigt dat de functiewaardering van de korpschef op voldoende gronden berustte en dat er geen sprake was van gelijke gevallen, aangezien de waardering van de functie van de drie wijkchefs niet anders was dan die van de overige wijkchefs. De Centrale Raad van Beroep heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.