ECLI:NL:CRVB:2015:2732

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 augustus 2015
Publicatiedatum
13 augustus 2015
Zaaknummer
14/5299 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake functiewaardering en inschaling van de functie Adviseur Publiek Private Samenwerking

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de korpschef van politie de functie van appellant, Adviseur Publiek Private Samenwerking (Adviseur PPS), heeft ingeschaald in schaal 10 van het Besluit bezoldiging politie. Appellant is van mening dat zijn functie vergelijkbaar is met de functie van Beleidsmedewerker B, die in schaal 11 is ingeschaald. De korpschef heeft echter geconcludeerd dat de functie van Adviseur PPS zwaarder is dan die van Beleidsmedewerker A (schaal 9) en lichter dan die van Beleidsmedewerker B (schaal 11), en heeft daarom geen vergelijking gemaakt met de hogere referentiefunctie Beleidsmedewerker C (schaal 12). De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de korpschef op goede gronden heeft kunnen concluderen dat de functie van Beleidsmedewerker B zwaarder is dan die van Adviseur PPS. De Raad heeft daarbij gewezen op de specifieke werkzaamheden van de Adviseur PPS, die zich beperken tot een publiek-private samenwerking in de regio Drenthe, terwijl de functie van Beleidsmedewerker B een bredere scope heeft. De Raad heeft ook geoordeeld dat de korpschef niet gehouden kan worden aan adviezen van andere bezwaarschriftencommissies in andere zaken, omdat appellant onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van gelijke gevallen.

Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep van appellant verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met N.J. van Vulpen-Grootjans als voorzitter, en K.J. Kraan en J.J.A. Kooijman als leden, in aanwezigheid van griffier B. Rikhof. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 augustus 2015.

Uitspraak

14/5299 AW
Datum uitspraak: 13 augustus 2015
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van
8 augustus 2014, 14/175 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Korpschef van politie (korpschef)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. T.A. van Helvoort hoger beroep ingesteld.
De korpschef heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 juli 2015. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. M.H. Welter. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. H.J. De Wit en M.H. van der Zee.

OVERWEGINGEN

1.1.
Naar aanleiding van een verzoek van appellant om functieonderhoud is op 10 december 2012 zijn functie opnieuw beschreven. De functienaam van de herbeschreven functie is Adviseur Publiek Private Samenwerking (Adviseur PPS). Nadat de korpschef zijn voornemen daartoe bekend had gemaakt en appellant zijn zienswijze naar voren had gebracht, heeft de korpschef bij besluit van 11 juni 2013 deze functie, in overeenstemming met het advies van de Commissie Heroverweging Functiewaardering eenheid Noord-Nederland, ingedeeld in
schaal 10 van het Besluit bezoldiging politie.
1.2.
Bij besluit van 11 november 2013 (bestreden besluit) heeft de korpschef, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Advies bezwaren functiewaardering Politie, het bezwaar tegen het besluit van 11 juni 2013 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep op de hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Volgens vaste rechtspraak van de Raad (uitspraak van 15 december 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BU8698) is de rechterlijke toetsing bij functiewaardering een terughoudende. De rechter moet beoordelen of de waardering op voldoende gronden berust. Dit betekent dat de bestreden waardering niet in stand kan blijven als deze onhoudbaar is.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat als uitgangspunt voor de waardering van de functie van Adviseur PPS de functiebeschrijving van 10 december 2012 dient te worden genomen. Evenmin is in geschil dat de korpschef terecht de referentiefuncties van Beleidsmedewerker A (schaal 9) en Beleidsmedewerker B (schaal 11) uit de functiereeks Politiële Beleidsondersteuning en de referentiefuncties Preventieambtenaar (schaal 9) en Coördinator Voorkoming misdrijven (schaal 10) uit de functiereeks Bijzondere Taken bij de functiewaardering heeft betrokken.
4.3.
De korpschef heeft zich op het standpunt gesteld dat de functie van Adviseur PPS zwaarder is dan de referentiefunctie Beleidsmedewerker A en lichter dan de referentiefunctie Beleidsmedewerker B, zodat niet hoeft te worden nagegaan of de functie van Adviseur PPS vergelijkbaar is met de naastgelegen hogere referentiefunctie in de functiereeks Politiële Beleidsondersteuning, Beleidsmedewerker C (schaal 12). Volgens de korpschef is de functie van Adviseur PPS voorts zwaarder dan de referentiefunctie Preventieambtenaar, maar wel vergelijkbaar met de referentiefunctie van Coördinator Voorkoming misdrijven.
4.4.1.
Appellant heeft aangevoerd dat de functie van Adviseur PPS vergelijkbaar is met de referentiefunctie Beleidsmedewerker B en dat de korpschef daarom ten onrechte geen vergelijking heeft gemaakt met de referentiefunctie Beleidsmedewerker C.
4.4.2.
Uit de beschrijving van de functie Adviseur PPS blijkt dat bij die functie de werkzaamheden worden verricht in een specifieke publiek private samenwerking, namelijk het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC) regio Drenthe en dat alle bestanddelen van die functie (beleidsontwikkeling, advisering, informatieverstrekking en projectleiding) uitsluitend in het kader van het landelijk geïnitieerde RPC-programma worden uitgeoefend. Een dergelijke begrenzing is niet te vinden in de beschrijving van de referentiefunctie Beleidsmedewerker B. Deze functiebeschrijving ziet op het zelfstandig en met eigen projectverantwoordelijkheid verrichten van onderzoek en adviseren "ten behoeve van politiële beleidsontwikkeling". Het gaat daarbij om beleidsontwikkeling over de volle breedte van het politiële werkterrein. Zou dat niet zo zijn, dan zou dat in de beschrijving expliciet tot uitdrukking zijn gebracht, zoals dat ook het geval is bij de beschrijving van de tot dezelfde functiereeks behorende referentiefunctie Beleidsmedewerker A, waarin is vermeld dat deze werkzaam is op een specifiek beleidsterrein.
4.4.3.
In de beschrijving van de referentiefunctie Beleidsmedewerker B is het evalueren van het gevoerde beleid opgenomen. Deze taak, die deel uitmaakt van een gehele beleidscyclus, komt in de functiebeschrijving van de Adviseur PPS niet voor. Tot het takenpakket van de Adviseur PPS behoren evenmin de begeleiding van de implementatie van nieuwe instrumenten en het eventueel begeleiden van Beleidsmedewerkers A. Deze taken zijn wel vermeld in de beschrijving van de referentiefunctie Beleidsmedewerker B.
4.4.4.
Op grond van wat onder 4.4.2 en 4.4.3 is overwogen heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de korpschef heeft kunnen concluderen dat de functie van
Beleidsmedewerker B zwaarder is dan de functie Adviseur PPS en daarmee dus niet vergelijkbaar is. Gegeven de door hem bij het bestreden besluit gehanteerde functiewaarderingsmethode had de korpschef daarom niet ook nog behoeven te onderzoeken of de functie van Adviseur PPS vergelijkbaar is met de naastgelegen hogere referentiefunctie in de functiereeks Politiële Beleidsondersteuning, Beleidsmedewerker C. De beroepsgrond genoemd in 4.4.1 treft dan ook geen doel.
4.5.
Ter zitting heeft appellant onder verwijzing naar een in eerste aanleg overgelegd advies van de heroverwegingscommissie Functiewaardering van de politieregio's Noord-Holland Noord en Zaanstreek-Waterland betoogd dat de korpschef heeft gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Dit betoog wordt niet gevolgd. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de korpschef bezwaarlijk kan worden gehouden aan het advies van een andere bezwaarschriftencommissie, in een andere zaak, betrekking hebbend op een andere functiebeschrijving en dat appellant onvoldoende heeft onderbouwd dat sprake is van gelijke gevallen.
4.6.
Uit wat is overwogen in 4.4.1 tot en met 4.5 vloeit voort dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door N.J. van Vulpen-Grootjans als voorzitter en K.J. Kraan en J.J.A. Kooijman als leden, in tegenwoordigheid van B. Rikhof als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 augustus 2015.
(getekend) N.J. van Vulpen-Grootjans
(getekend) B. Rikhof

HD