ECLI:NL:CRVB:2015:3918
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- A. Beuker-Tilstra
- E.J.M. Heijs
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van mr. A.I. van der Kris in bestuursrechtelijke procedure
Op 9 november 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoekster tegen mr. A.I. van der Kris. Verzoekster had eerder verzocht om herziening van een uitspraak van de voorzieningenrechter en had ook hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. In haar verzoek om wraking stelde verzoekster dat mr. Van der Kris in het verleden bij een rechtsvoorganger van het Uwv had gewerkt, wat volgens haar de schijn van vooringenomenheid zou oproepen. Daarnaast had verzoekster bezwaren tegen de gemachtigde van het Uwv, mr. E.C. van der Meer, en beschuldigde zij hem van het achterhouden van stukken en het verstrekken van onjuiste informatie.
De Raad oordeelde dat de omstandigheid dat mr. Van der Kris eerder bij een rechtsvoorganger van het Uwv had gewerkt, op zichzelf geen grond voor wraking vormt. Verzoekster had geen concrete feiten aangedragen die de schijn van vooringenomenheid konden onderbouwen. De Raad benadrukte dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen en dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. Het verzoek om wraking werd dan ook afgewezen.
Tevens werd geconcludeerd dat verzoekster misbruik maakte van de mogelijkheid om wrakingsverzoeken in te dienen, en de Raad besloot dat een volgend verzoek om wraking in deze procedures niet in behandeling zou worden genomen. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter A. Beuker-Tilstra, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.