Uitspraak
mr. I. Smit.
OVERWEGINGEN
WAO-uitkering. Naar aanleiding van dit verzoek is appellant op 23 april 2012 op het spreekuur door een verzekeringsarts onderzocht. Deze verzekeringsarts is op grond van zijn bevindingen uit eigen onderzoek, kennisname van het dossier en informatie van de huisarts in zijn rapport van 8 juni 2012 tot de conclusie gekomen dat er geen sprake is van toegenomen beperkingen door dezelfde ziekteoorzaak binnen vijf jaar na de eerdere schatting. Hij acht appellant onveranderd belastbaar conform de laatste Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 26 januari 2006. Voor de (nieuwe) heupklachten is appellant niet verzekerd. Dienovereenkomstig heeft het Uwv bij besluit van 13 juni 2012 aan appellant niet opnieuw een WAO-uitkering toegekend.
12 oktober 2012 en 19 november 2012, waarin is geconcludeerd dat per datum aanvraag
(19 maart 2012) sprake is van toegenomen beperkingen als gevolg van dezelfde ziekteoorzaak, maar dat die datum ligt buiten de termijn van vijf jaar na intrekking van de WAO-uitkering per 9 februari 2007. Dit betekent dat artikel 43a van de WAO niet van toepassing wordt geacht en geen WAO-uitkering kan worden toegekend.
11 februari 2015, een specialistenbericht van psychiater R.R. Ploeger van 28 juni 2012 en verwijzingsbrieven van de huisarts naar de GGZ van 30 juni 2014 en 13 april 2015.