ECLI:NL:CRVB:2015:3875
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet WIA
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2015, in de zaak 15/1983 WIA-T, wordt de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid van appellant beoordeeld. Appellant, die als productiemedewerker heeft gewerkt, heeft een bedrijfsongeval gehad op 2 april 2010 en heeft op 15 december 2011 een uitkering aangevraagd op basis van de Wet WIA. Het Uwv heeft appellant een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, maar heeft deze later omgezet naar een loonaanvullingsuitkering. Appellant is het niet eens met de beslissing van het Uwv en stelt dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
De Raad oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft onderbouwd dat er nog herstelkansen zijn voor appellant. De revalidatiearts heeft in een brief van 9 juni 2015 geconcludeerd dat er geen aangrijpingspunten zijn voor verbetering van de fysieke en mentale conditie van appellant. De Raad stelt vast dat de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid op 30 november 2013 voldoende aannemelijk is geworden. De Raad draagt het Uwv op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen of een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de medische situatie van de appellant en de noodzaak voor het Uwv om adequaat te reageren op nieuwe medische informatie. De Raad bevestigt dat de verzekeringsarts een gedegen afweging moet maken van de feiten en omstandigheden die van toepassing zijn op de individuele verzekerde, en dat de inschatting van herstelkansen moet zijn gebaseerd op concrete en deugdelijke informatie.