ECLI:NL:CRVB:2015:3799
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van herzieningsverzoek wegens onredelijke termijn
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar echtgenoot, een verzoek om herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Raad van 8 mei 2014. Dit verzoek is behandeld op de zitting van 10 september 2015, waarbij verzoekster niet aanwezig was en verweerder zich liet vertegenwoordigen door A.L. van de Wiel. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het verzoek om herziening onredelijk laat is ingediend. De Raad heeft eerder geoordeeld dat een herzieningsverzoek niet meer dan een jaar na bekendheid met de relevante feiten of na de datum van de uitspraak kan worden ingediend. In dit geval was het verzoek meer dan een jaar na de oorspronkelijke uitspraak ingediend, zonder dat verzoekster nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een herziening rechtvaardigen. De Raad heeft benadrukt dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel op basis van nieuwe feiten of omstandigheden kan worden ingediend. De Raad heeft daarom het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.