ECLI:NL:CRVB:2016:527
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek van ontslag uit de jaren '70 en afwijzing van het verzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 februari 2016 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 1 december 2005. Het verzoek om herziening werd ingediend door [naam], die in 2015 is overleden. Het verzoek had betrekking op een uitspraak van 22 maart 1984, waarin het verzet van betrokkene tegen een eerdere uitspraak ongegrond werd verklaard. Betrokkene had in het verleden een ontslag ervaren in de jaren '70 en stelde dat hij door dit ontslag financieel schade had geleden.
De Raad overwoog dat herziening alleen kan worden verzocht van de oorspronkelijke uitspraak en niet van een herzieningsuitspraak. Het verzoek werd opgevat als een nieuw verzoek om herziening van de uitspraak van 22 maart 1984. De Raad stelde vast dat het verzoek om herziening onredelijk laat was ingediend, aangezien betrokkene niet had aangetoond dat hij minder dan een jaar voor de indiening van het verzoek bekend was geworden met nieuwe feiten of omstandigheden.
De Raad concludeerde dat het herzieningsverzoek niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak zonder nieuwe feiten. De uitspraak werd gedaan door A. Beuker-Tilstra, in tegenwoordigheid van griffier A. Mansourova, en werd openbaar uitgesproken op 18 februari 2016.