In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2015 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak met betrekking tot de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde J.E. Eshuis, heeft verzocht om herziening van de uitspraak van 7 maart 2014, waarin het Uwv werd bekrachtigd in zijn besluit dat verzoeker geen recht had op een WIA-uitkering. De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het rapport van psychiater R.V. Schwarz, dat op 14 maart 2014 is uitgebracht, niet relevant is voor de beoordeling van de belastbaarheid van verzoeker op de datum in geding, 10 december 2010. De Raad concludeert dat de psychiater zijn mening niet heeft onderbouwd met relevante onderzoeksgegevens, waardoor het rapport niet kan worden aangemerkt als nieuw feit of omstandigheid in de zin van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft de eerdere uitspraak bevestigd en het verzoek om herziening afgewezen, zonder veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.