ECLI:NL:CRVB:2015:3669
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- W.F. Claessens
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstandsuitkering op basis van artikel 54 WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de opschorting en intrekking van de bijstandsuitkering van appellante, die sinds 22 maart 2003 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De opschorting vond plaats op 17 april 2013, omdat appellante niet tijdig de gevraagde bewijsstukken had ingediend. Appellante had echter uitstel gevraagd tot 2 mei 2013, wat de Raad als een geldige reden beschouwde. De Raad oordeelde dat het college niet bevoegd was om de bijstand op te schorten, omdat niet was voldaan aan de voorwaarden van artikel 54, eerste lid, van de WWB. Hierdoor was het college ook niet bevoegd om de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken. De rechtbank had dit niet onderkend, waardoor de aangevallen uitspraak vernietigd werd. De Raad verklaarde de beroepen gegrond en vernietigde de besluiten van het college van 5 september 2013. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit met betrekking tot de intrekking van de bijstand blijven echter in stand, omdat appellante beschikte over vermogen dat hoger was dan het vrij te laten vermogen. De Raad oordeelde dat appellante redelijkerwijs over haar aandeel in de nalatenschap van haar vader kon beschikken, ondanks dat het een onverdeelde nalatenschap betrof. De proceskosten werden vergoed aan appellante, en het college werd veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtsbijstand.