ECLI:NL:CRVB:2015:3430
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Weigering nabestaandenuitkering en herziening AOW-pensioen wegens vermissing echtgenoot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de weigering van een nabestaandenuitkering aan appellante, die in Marokko woont, en de herziening van haar AOW-pensioen. De echtgenoot van appellante is sinds 1985 vermist, en appellante heeft verzocht om een nabestaandenuitkering met terugwerkende kracht vanaf 1986. De Raad oordeelt dat de verklaring van de rechtbank Tetouan, waarin de echtgenoot dood is verklaard, niet gelijkgesteld kan worden met een beschikking op grond van artikel 1:413 van het Burgerlijk Wetboek. De Raad concludeert dat er geen concrete omstandigheden zijn die wijzen op het overlijden van de echtgenoot in of na maart 1985. De Svb heeft terecht vastgesteld dat appellante niet verzekerd was voor de AOW over de periode van 20 maart 1985 tot 1 januari 2000, en dat de herziening van haar AOW-pensioen naar 28% van het maximale pensioen terecht is gebeurd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam en vernietigt de tweede aangevallen uitspraak, waarbij het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond wordt verklaard. De Svb wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante.