ECLI:NL:CRVB:2015:3324
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling van het dagloon op basis van polisadministratie door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die als uitzendkracht werkzaam was, had zijn werkzaamheden gestaakt wegens ziekte en ontving een uitkering op basis van de Ziektewet (ZW). Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had het dagloon vastgesteld op € 45,42, gebaseerd op gegevens uit de polisadministratie. De appellant betwistte deze vaststelling en voerde aan dat zijn ex-werkgever onjuiste gegevens had verstrekt, waardoor zijn uitkering te laag was vastgesteld.
De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat het Uwv rechtmatig had gehandeld door de gegevens uit de polisadministratie te gebruiken voor de vaststelling van het dagloon. De appellant had niet aangetoond dat de opgave van zijn werkgever onjuist was. De Raad benadrukte dat het Uwv, volgens de geldende wet- en regelgeving, verplicht is om de gegevens uit de polisadministratie te gebruiken, tenzij er bewijs is dat deze gegevens onjuist zijn. De Raad concludeerde dat de appellant niet voldoende bewijs had geleverd om zijn stelling te onderbouwen, en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank terecht was.
De uitspraak bevestigt de noodzaak voor werknemers om zorgvuldige documentatie te hebben van hun loon en vergoedingen, vooral in situaties waarin zij aanspraak maken op uitkeringen. De Raad heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.