In deze zaak heeft appellante, die zich op 7 december 2009 ziek meldde vanwege pijnklachten, hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over haar recht op een loongerelateerde WGA-uitkering. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv in eerdere besluiten onterecht heeft geoordeeld dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De Raad heeft de medische beperkingen van appellante opnieuw beoordeeld, waarbij een expertiseverslag van neuroloog J.U.R. Niewold is meegenomen. Dit verslag gaf aan dat appellante ernstiger beperkt is dan het Uwv had vastgesteld. De Raad oordeelde dat de geselecteerde functies voor appellante medisch passend zijn, maar dat het Uwv de eerdere besluiten moest intrekken en de uitkering moest toekennen met terugwerkende kracht. De Raad heeft ook de proceskosten van appellante toegewezen en het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering.