ECLI:NL:CRVB:2015:3051
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van besluit tot weigering Wajong-uitkering op basis van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, die op 28 april 2014 het beroep tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellante had in 2004 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar het Uwv weigerde deze op 29 oktober 2008, omdat zij niet aan de voorwaarden voldeed. Appellante heeft in 2013 opnieuw een aanvraag ingediend, maar het Uwv besloot niet terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren. De rechtbank oordeelde dat appellante niet in staat was om nieuw gebleken feiten of omstandigheden aan te voeren die haar aanvraag zouden rechtvaardigen. In hoger beroep stelde appellante dat een nieuwe diagnose wel als nieuw feit moet worden beschouwd, maar de Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank. De Raad concludeerde dat de nieuwe diagnoses geen nieuwe feiten opleverden die relevant waren voor de beoordeling van de aanvraag. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.