ECLI:NL:CRVB:2015:2962
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Zorgkantoor bij besluitvorming over persoonsgebonden budget en vergoeding van kosten in bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft een geschil tussen appellante en het Zorgkantoor over de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) en de vergoeding van kosten in bezwaar. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, maar de Raad oordeelt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het Zorgkantoor bevoegd was om het bestreden besluit te nemen. De Raad verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 24 februari 2012, waarin de vergoeding van kosten in bezwaar was afgewezen. De Raad stelt vast dat appellante geen voldoende procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de beroepsgrond dat de bemiddelingskosten ten onrechte slechts uit coulance zijn vergoed. De Raad oordeelt dat het Zorgkantoor terecht geen vergoeding heeft toegekend voor de kosten in bezwaar, omdat er geen sprake was van verwijtbaarheid aan de kant van het Zorgkantoor. De Raad veroordeelt het Zorgkantoor in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.715,- en bepaalt dat het Zorgkantoor het griffierecht van € 157,- aan appellante vergoedt.