ECLI:NL:CRVB:2015:2879
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die sinds 4 september 2008 arbeidsongeschikt is door diverse lichamelijke en psychische klachten. Appellant diende op 17 mei 2010 een aanvraag in voor een WIA-uitkering, maar het Uwv concludeerde op 4 augustus 2010 dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het bezwaar van appellant werd ongegrond verklaard. De rechtbank Zutphen bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 28 maart 2012, waartegen appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische grondslag van het besluit van het Uwv. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle relevante medische informatie in zijn beoordeling betrokken en heeft overtuigend aangetoond dat de door appellant ingediende medische stukken niet voldoende onderbouwen dat hij niet in staat is om de voorgehouden functies uit te oefenen. De Raad bevestigt dat de arbeidsdeskundige afdoende heeft gemotiveerd dat de functies geschikt zijn voor appellant, en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de argumenten van appellant onvoldoende zijn onderbouwd. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.