ECLI:NL:CRVB:2015:2824
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot instellen van hoger beroep door wethouder in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Het hoger beroep was ingesteld door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, maar werd niet-ontvankelijk verklaard. De Raad oordeelde dat enkel de wethouder bevoegd is om hoger beroep in te stellen en dat niet is gebleken dat deze bevoegdheid is ondergemandateerd. Dit leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet bevoegdelijk was ingesteld. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank, die een maatregel van 40% had opgelegd aan de betrokkene, bevestigd. De zaak betreft de Wet werk en bijstand (WWB) en de procedure rondom het opleggen van sancties aan bijstandsontvangers. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste mandatering bij het instellen van hoger beroep in bestuursrechtelijke zaken.