ECLI:NL:CRVB:2015:2823
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verplichting tot gebruik van nachtopvang in het kader van de WWB
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2015, gaat het om de verplichting die aan appellant is opgelegd om gebruik te maken van de nachtopvang. De rechtbank had eerder het bezwaar van appellant tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven niet-ontvankelijk verklaard. Appellant had in hoger beroep betwist dat hij geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn bezwaar. De Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat appellant wel degelijk belang had bij de beoordeling van zijn bezwaar, vooral gezien zijn verzoek om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. De Raad heeft vastgesteld dat de verplichting om gebruik te maken van de nachtopvang, opgelegd op 9 juni 2014, een deugdelijke grondslag ontbeert. Dit leidt tot de conclusie dat het bestreden besluit van het college moet worden vernietigd en het besluit van 9 juni 2014 moet worden herroepen voor zover het de verplichting tot nachtopvang betreft. De Raad heeft het college ook veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.960,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.