Uitspraak
OVERWEGINGEN
23 december 2011 een verzoek tot bekorting van de loonsanctie ingediend. Bij besluit van
4 januari 2012 heeft appellant op dat verzoek negatief beslist, omdat betrokkene de tekortkomingen niet heeft hersteld op de wijze zoals is te kennen gegeven in het rapport van een arbeidsdeskundige van 22 juli 2011. Bij besluit van 16 mei 2012 (bestreden besluit) heeft appellant het bezwaar van betrokkene tegen het besluit van 4 januari 2012 ongegrond verklaard. Appellant heeft aan dit besluit een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 28 maart 2012 en een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van
8 mei 2012 ten grondslag gelegd.
re-integratie-inspanningen niet heeft hersteld en dat hij dit afdoende heeft gemotiveerd. Ter ondersteuning van dit standpunt heeft appellant een rapport ingebracht van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 30 september 2013.
re-integratie-inspanningen heeft hersteld. De periode waarover wordt beoordeeld of de tekortkomingen zijn hersteld betreft de datum van het besluit waarop de loonsanctie is opgelegd, 28 juli 2011 tot de datum waarop het bekortingsverzoek door appellant is gedaan, 23 december 2011. Blijkens het rapport van 22 juli 2011 heeft de arbeidsdeskundige te kennen gegeven op welke wijze betrokkene de tekortkomingen in re-integratie-inspanningen kan repareren: werknemer alsnog herplaatsen in passend werk conform zijn functionele mogelijkheden. Volgens de arbeidsdeskundige is daarbij aanvullend arbeidskundig onderzoek noodzakelijk en moet alsnog een adequaat spoor 1 of spoor 2 traject worden opgezet.
20 sollicitaties verricht.
re-integratie-inspanningen van betrokkene tot 6 december 2011 zeker voldoende zijn geweest’ bedoeld, dat betrokkene op de goede weg is met de re-integratie-inspanningen, maar de reparatie (nog) niet toereikend is om tot bekorting van de loonsanctie over te gaan. Tot slot heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geantwoord dat bij de heroverweging in de bezwaarfase de re-integratie-inspanningen van betrokkene tot aan de datum van het loonsanctiebesluit zijn betrokken.
6-12-2011 zeker voldoende geweest. Tot deze datum heeft de werkgever met hulp van een
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- herroept het besluit van 4 januari 2012 en bepaalt dat deze uitspraak daarvoor in de plaats treedt;
- veroordeelt appellant in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 490,-;
- bepaalt dat van appellant een griffierecht wordt geheven van € 478,-.
D.S de Vries als leden, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2015.