ECLI:NL:CRVB:2015:2570
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Appellante, die sinds 2009 vanwege psychische klachten uitgevallen was voor haar werk als administratief medewerkster, had in 2011 recht gekregen op een WGA-loonaanvullingsuitkering. Echter, na een medisch heronderzoek in 2012 concludeerde het Uwv dat appellante geschikt was voor passende functies, wat leidde tot de intrekking van haar uitkering in 2012. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld, met name dat er onvoldoende rekening was gehouden met de noodzaak van een veilige werkomgeving.
De Raad heeft het verzoek om uitstel van de behandeling van de zaak afgewezen, omdat dit niet tijdig was ingediend en er geen gewichtige redenen voor uitstel waren. Tijdens de zitting op 17 juni 2015 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij verwees naar een rapport van een psychotherapeut en een verzekeringsarts. De Raad heeft de medische beoordeling van het Uwv als zorgvuldig beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de verzekeringsartsen voldoende informatie hadden verzameld en dat de beperkingen van appellante correct waren vastgelegd in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML).
De Raad concludeerde dat de aan appellante voorgehouden functies haar belastbaarheid niet overschreden en dat de beëindiging van de WGA-uitkering door het Uwv terecht was. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen, en de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Tevens werd het verzoek om vergoeding van wettelijke rente afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.