ECLI:NL:CRVB:2015:2560
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag studiefinanciering op basis van niet erkende opleiding in Oostenrijk
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor studiefinanciering door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De appellant, die een opleiding aan het Kolleg für Tourismus in Oostenrijk volgde, had studiefinanciering aangevraagd op basis van artikel 2.14 van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De minister had de aanvraag afgewezen omdat de opleiding niet als hoger onderwijs werd erkend in Oostenrijk. De rechtbank had eerder de afwijzing van de minister bevestigd, maar de appellant ging in hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat de opleiding van de appellant niet voldoet aan de criteria voor studiefinanciering, omdat deze niet onder het hoger onderwijs in Oostenrijk valt. De Raad heeft de adviezen van de Nuffic en de Enic Naric Austria in overweging genomen, die bevestigden dat de opleiding niet kan worden gekwalificeerd als een hoger beroepsopleiding. De Raad oordeelde dat de minister terecht de aanvraag om studiefinanciering had afgewezen, omdat de opleiding niet voldoet aan de vereisten van de Wsf 2000. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek van de appellant om schadevergoeding afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van de erkenning van buitenlandse opleidingen en de criteria die gelden voor studiefinanciering in Nederland. De Raad concludeert dat de appellant geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zijn opleiding niet wordt erkend als hoger onderwijs in Oostenrijk, en dat de minister op goede gronden heeft gehandeld.