ECLI:NL:CRVB:2015:2521
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitbreiding hulp bij het huishouden voor zelfbereiding warme maaltijden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellant, die spastisch is en beperkingen ondervindt bij het voeren van een huishouden, had een aanvraag ingediend voor uitbreiding van de hulp bij het huishouden om zelf warme maaltijden te kunnen bereiden. Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht had deze aanvraag afgewezen, omdat appellant gebruik kon maken van een maaltijdservice, wat volgens het college een adequate oplossing bood. De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant recht heeft op 8 uur en 30 minuten hulp bij het huishouden, en dat de tijd voor het opwarmen van kant-en-klaar maaltijden hierin is inbegrepen. De Raad oordeelde dat de maaltijdservice een algemeen gebruikelijke voorziening is en dat appellant hiermee voldoende gecompenseerd wordt voor zijn beperkingen. Appellant voerde aan dat de maaltijdservice niet voldeed aan zijn caloriebehoefte, maar de Raad oordeelde dat hij niet voldoende bewijs had geleverd om dit standpunt te onderbouwen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college zich op het standpunt had kunnen stellen dat de maaltijdservice adequaat was.
De uitspraak benadrukt het belang van de beschikbaarheid van voorzieningen en de financiële draagkracht van de aanvrager. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, en bevestigde de aangevallen uitspraak.