ECLI:NL:CRVB:2015:237
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de verzekering
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, beoordeeld. Appellant, die vanaf 2 maart 2009 als callcentermedewerker werkte, viel op 20 augustus 2009 uit vanwege lichamelijke klachten. Het Uwv concludeerde dat appellant vanaf de aanvang van de verzekering volledig arbeidsongeschikt was, maar deze conclusie werd onvoldoende onderbouwd. De Raad oordeelt dat er geen voldoende en ondubbelzinnige indicaties zijn voor reële en volledige arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de verzekering. Appellant heeft de functie van callcentermedewerker gedurende vier maanden nagenoeg fulltime uitgevoerd zonder noemenswaardige uitval. De Raad stelt vast dat het Uwv niet heeft onderzocht of appellant in staat was om zijn werkzaamheden uit te voeren en dat de stelling dat hij ongeschikt was voor deze functie niet is onderbouwd. De rechtbank had het bestreden besluit van het Uwv in stand gelaten, maar de Raad komt tot de conclusie dat dit niet juist is. De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak het gebrek in het besluit van 5 april 2012 te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.