ECLI:NL:CRVB:2015:2343
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing nieuwe bijstandsaanvraag na eerdere intrekking wegens geen wijziging van omstandigheden
Op 14 juli 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een appellant die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De bijstand was eerder ingetrokken op 28 januari 2013, omdat de appellant het college niet volledig had geïnformeerd over zijn werkzaamheden bij een bedrijf. Na de intrekking heeft de appellant opnieuw bijstand aangevraagd, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een wijziging in zijn situatie konden onderbouwen.
De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond. In hoger beroep voerde de appellant aan dat hij zijn gedrag had veranderd en dat hij sindsdien alleen nog maar bij het bedrijf aanwezig was op de momenten dat hij werkte. De Raad oordeelde echter dat de appellant niet had aangetoond dat er in de relevante periode sprake was van een wijziging van omstandigheden die recht op bijstand zou kunnen geven. De verklaring van de werkgever, die de appellant in hoger beroep had overgelegd, werd als onvoldoende betrouwbaar beschouwd omdat deze achteraf was opgesteld en niet verifieerbaar was.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.