ECLI:NL:CRVB:2015:2305
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van AOW-verzekering voor gedetacheerde werknemer bij Europol
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de AOW-verzekering van appellante, die van 1 februari 2002 tot en met 31 januari 2013 gedetacheerd was bij Europol. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellante niet verzekerd was voor de AOW gedurende deze periode, een standpunt dat de Centrale Raad bevestigde. Appellante, geboren op 13 maart 1951 op Curaçao, had eerder een pensioenoverzicht ontvangen van de Sociale verzekeringsbank (Svb) waarin stond dat zij tot en met 31 januari 2002 verzekerd was, maar niet daarna. Appellante voerde aan dat zij recht had op pensioenopbouw op basis van haar werkzaamheden voor het Korps landelijke politiediensten (KLPD) en Europol, en dat de Zetelovereenkomst niet de uitsluiting van de Nederlandse sociale verzekeringswetgeving voor haar rechtvaardigde.
De Centrale Raad oordeelde dat Europol een eigen sociaal verzekeringsstelsel heeft dat vergelijkbaar is met het Nederlandse stelsel, en dat artikel XVI van de Zetelovereenkomst dwingt tot uitsluiting van de verplichte verzekering in Nederland voor de betrokken personen. De Raad concludeerde dat het incidenteel hoger beroep van de Svb niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij de Svb werd veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 980,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor gedetacheerde werknemers om zich bewust te zijn van hun verzekeringsstatus en de implicaties van internationale verdragen op hun sociale zekerheidsrechten.