ECLI:NL:CRVB:2015:228
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Weigering kinderbijslag op basis van verblijfsvergunning en verzekeringsstatus
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellante, geboren in Sierra Leone en sinds 2002 in Nederland verblijvend, had kinderbijslag aangevraagd voor de periode van het derde kwartaal van 2009 tot en met het derde kwartaal van 2011. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had deze aanvraag afgewezen omdat appellante geen geldige verblijfsvergunning meer had en dus niet verzekerd was voor de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad oordeelde dat appellante geen recht had op kinderbijslag over de genoemde periode. De Raad verwees naar een arrest van de Hoge Raad, waarin was vastgesteld dat appellante in de periode in geding niet voldeed aan de voorwaarden voor verzekering onder de AKW. De Raad oordeelde dat er geen schrijnende omstandigheden waren die aanleiding gaven om het koppelingsbeginsel, dat de verzekering voor de AKW koppelt aan het bezit van een geldige verblijfsvergunning, buiten toepassing te laten.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en stelde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M.M. van der Kade als voorzitter en T.L. de Vries en H.J. Simon als leden, in aanwezigheid van griffier B. Rikhof.