ECLI:NL:CRVB:2015:2196
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek om wraking in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker om wraking verzocht van de rechters die zijn zaak behandelden. Het verzoek om wraking is gedaan naar aanleiding van een zitting op 9 april 2015, waar verzoeker zich niet in staat voelde om zijn schriftelijke toelichting te geven. Verzoeker stelde dat de rechters tijdens de zitting partijdig waren en niet op een juiste manier met zijn verzoek om herziening omgingen. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad oordeelde dat het verzoek om wraking, voor zover het betrekking heeft op de wijze van vraagstelling ter zitting, niet-ontvankelijk is omdat dit verzoek niet tijdig is ingediend. Het verzoek om wraking, dat betrekking heeft op het niet mogen verstrekken van de schriftelijke toelichting, werd wel inhoudelijk beoordeeld. De Raad concludeerde dat de gang van zaken op de zitting geen aanleiding gaf om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechters. Het verzoek om wraking werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 29 juni 2015.