ECLI:NL:CRVB:2015:2129
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onduidelijke financiële situatie van appellanten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, die op 26 september 2013 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening had toegewezen. Appellanten, die sinds 18 september 2012 onder de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) vallen, hebben op 24 april 2013 bijstand aangevraagd op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Venlo heeft de aanvraag echter buiten behandeling gesteld, omdat appellanten niet tijdig de gevraagde gegevens hebben overgelegd. De Raad voor de Rechtspraak heeft vastgesteld dat de financiële situatie van appellanten onduidelijk was, wat essentieel is voor de beoordeling van hun bijstandsaanvraag. De Raad oordeelt dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, omdat appellanten niet binnen de gestelde termijn de benodigde bankafschriften hebben overgelegd. Appellanten hebben aangevoerd dat zij niet in staat waren om deze gegevens tijdig te verstrekken, maar de Raad oordeelt dat dit voor hun rekening en risico komt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.