ECLI:NL:CRVB:2015:210
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WW-uitkering met boete wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van een WW-uitkering van appellant, die niet alle gewerkte uren op zijn werkbriefjes heeft vermeld. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant zijn inlichtingenplicht heeft geschonden, wat hem subjectief een verwijtbaar gedrag oplevert. Het Uwv heeft op basis van een onderzoek, dat begon met een verklaring van appellant op 4 juli 2011, besloten om de WW-uitkering van appellant te herzien en onverschuldigd betaalde uitkeringen terug te vorderen. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het Uwv heeft deze ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat het Uwv het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij zich aan de inlichtingenplicht heeft gehouden en dat de formulieren van het Uwv niet duidelijk genoeg waren. De Raad oordeelt dat appellant niet alle gewerkte uren correct heeft opgegeven en dat de opgelegde boete van € 565,- passend is. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraken, met verbetering van gronden, en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.