ECLI:NL:CRVB:2015:2090
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de erven van een betrokkene die in een zorginstelling verbleef en een eigen bijdrage moest betalen op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M. Vos, hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het CAK, dat de eigen bijdrage had vastgesteld op € 969,88 per maand op basis van het bijdrageplichtig inkomen van de betrokkene. Na het overlijden van de betrokkene hebben de erven een aanvraag ingediend om het peiljaar voor de eigen bijdrage te verleggen naar 2013, wat door het CAK is toegewezen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellanten geen procesbelang meer hadden bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak, omdat de verlegging van het peiljaar de gewraakte verhoging van het bijdrageplichtig inkomen had doen vervallen. De Raad heeft in eerdere rechtspraak bepaald dat voor het aannemen van procesbelang vereist is dat het resultaat dat de indiener nastreeft daadwerkelijk kan worden bereikt. Aangezien de appellanten enkel nog een veroordeling in de proceskosten nastreefden, maar geen inhoudelijk belang meer hadden bij de uitspraak, heeft de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder dit kan worden aangenomen.