ECLI:NL:CRVB:2015:2045
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geschil over adequaatheid van algemene voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak gaat het om een geschil tussen appellante en het college van burgemeester en wethouders van Druten over de adequaatheid van de algemene voorzieningen die door [stichting 2] worden geboden. Appellante heeft in hoger beroep gesteld dat de algemene voorzieningen niet aansluiten bij haar persoonskenmerken en behoeften, en dat zij daarom recht heeft op een individuele voorziening. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder eerdere besluiten van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) en het college. Het CIZ had eerder de aanvraag van appellante voor begeleiding afgewezen, omdat zij in staat werd geacht gebruik te maken van reguliere voorzieningen. Het college heeft de aanvraag voor een individuele voorziening afgewezen, omdat er een adequate algemene voorziening beschikbaar was. De Raad heeft vastgesteld dat de voorkeur van appellante voor dagopvang bij [stichting 1] niet voldoende onderbouwd was om aan te nemen dat de algemene voorzieningen niet adequaat waren. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank Gelderland bevestigd, waarin het beroep van appellante ongegrond werd verklaard. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.