ECLI:NL:CRVB:2015:1925
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beslissing van CIZ over indicatie voor Begeleiding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van het CIZ met betrekking tot de indicatie voor de functie Begeleiding van appellante. De zaak is voortgekomen uit een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 mei 2011, waarin de rechtbank de beslissing van het CIZ had vernietigd. De Raad had eerder, op 11 september 2013, een tussenuitspraak gedaan waarin het CIZ was opgedragen om het geconstateerde gebrek in de besluitvorming te herstellen. Het CIZ heeft vervolgens nadere stukken ingediend en een medisch adviseur heeft onderzoek verricht. De medisch adviseur concludeerde dat appellante niet is aangewezen op een indicatie voor Begeleiding, wat door de Raad werd bevestigd. De Raad oordeelde dat het CIZ voldoende zorgvuldig had gemotiveerd dat er geen noodzaak was voor begeleiding op medische gronden. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het besluit van 27 mei 2010 gegrond, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Tevens werd CIZ veroordeeld tot schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn en in de proceskosten van appellante.