ECLI:NL:CRVB:2015:1875
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van zorgindicatie voor ernstig meervoudig gehandicapte appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Appellante, geboren in 1989, is ernstig meervoudig gehandicapt en heeft een complexe zorgbehoefte. Het CIZ had eerder een indicatie verleend voor een zorgzwaartepakket VG05, maar na een herbeoordeling heeft het CIZ de indicatie aangepast naar ZZP VG08. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, omdat zij van mening is dat de zorgindicatie niet voldoende is en dat er meer zorg nodig is dan het CIZ heeft vastgesteld.
Tijdens de procedure heeft het CIZ aanvullend onderzoek gedaan, waaronder een huisbezoek en het opvragen van medische informatie bij neuroloog D. Broere. De Raad heeft vastgesteld dat de gedragsproblematiek van appellante niet objectief kan worden vastgesteld, wat heeft geleid tot de conclusie dat de indicatie voor begeleiding individueel niet onjuist is. De Raad heeft ook overwogen dat de medische adviezen van CIZ, die zijn gebaseerd op eerdere rapporten, voldoende zijn om de zorgindicatie te onderbouwen.
De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat het CIZ de zorgbehoefte van appellante niet heeft onderschat en dat de indicatie voor begeleiding individueel klasse 4 toereikend is. De aangevallen uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 mei 2015.