ECLI:NL:CRVB:2015:1855
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake indicatiestelling en persoonsgebonden budget onder de AWBZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die vanwege medische beperkingen zorg nodig heeft, was eerder door het CIZ geïndiceerd voor zorgfuncties onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het Zorgkantoor Friesland B.V. had een persoonsgebonden budget (PGB) verleend, maar dit budget was later beperkt in tijd en bedrag. De appellant maakte bezwaar tegen deze beperking en stelde dat hij recht had op een hoger PGB op basis van de indicatie van het CIZ.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het Zorgkantoor ongegrond verklaard, met de overweging dat de besluitvorming over de indicatiestelling voorbehouden is aan het CIZ en dat het Zorgkantoor niet bevoegd was om de indicatie te verlenen of te wijzigen. In hoger beroep heeft de appellant geen nieuwe gronden aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en het hoger beroep verworpen.
De uitspraak bevestigt dat de appellant geen recht heeft op een hoger PGB dan het door het CIZ afgegeven indicatiebesluit, en dat het Zorgkantoor zich aan deze indicatie moet houden. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.