ECLI:NL:CRVB:2015:1819
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- E.J.M. Heijs
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Recht op doorbetaling van operationele toelage tijdens jaarlijkse vakantie voor politieambtenaren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de weigering om operationele toelage uit te betalen aan politieambtenaren tijdens hun jaarlijkse vakantie. De betrokkenen, werkzaam als senior politiesurveillant en aspirant allround politiemedewerker, hadden bezwaar gemaakt tegen hun salarisspecificaties, waarin zij over de vakantieperiode aanzienlijk minder operationele toelage ontvingen. De rechtbank Limburg had eerder geoordeeld dat er een intrinsiek verband bestaat tussen de operationele toelage en de uitvoering van de taken van de betrokkenen, en dat deze toelage doorbetaald moet worden tijdens de jaarlijkse vakantie op grond van artikel 7 van Richtlijn 2003/88.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de operationele toelage moet worden gerekend tot het gebruikelijke loon van de betrokkenen. De Raad stelde vast dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon, zoals geregeld in de richtlijn, ook van toepassing is op de operationele toelage. De Raad wees erop dat de betaling van vakantieloon moet overeenkomen met het gebruikelijke arbeidsloon van de werknemer, en dat de operationele toelage intrinsiek samenhangt met de werkzaamheden van de betrokkenen. De Raad verwierp de argumenten van de appellant, de korpschef van politie, die stelde dat de operationele toelage geen onderdeel uitmaakt van het loon dat tijdens de vakantie moet worden doorbetaald. De uitspraak bevestigt de noodzaak om werknemers tijdens hun vakantie in een vergelijkbare economische situatie te brengen als tijdens gewerkte periodes.