ECLI:NL:CRVB:2015:177
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling ingangsdatum bijstand na onduidelijke afhandeling eerdere aanvraag
In deze zaak heeft appellante op 26 oktober 2011 een aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Na herhaaldelijk contact met de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam, bleek er onduidelijkheid te bestaan over de status van haar aanvraag. Op 23 februari 2012 diende appellante opnieuw een aanvraag in, maar het college kende haar bijstand pas toe met ingang van die datum, terwijl appellante in de veronderstelling verkeerde dat er nog geen beslissing was genomen op haar eerdere aanvraag. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het besluit van het college ongegrond, maar appellante ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de onduidelijke communicatie van het college bijzondere omstandigheden met zich meebracht die rechtvaardigden dat appellante bijstand met terugwerkende kracht vanaf 23 december 2011 moest worden verleend. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het besluit van het college, herstelde de ingangsdatum van de bijstand en veroordeelde het college in de proceskosten van appellante.