ECLI:NL:CRVB:2015:1742
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verlaging bijstand wegens niet meewerken aan Dariuz assessment
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en heeft in het verleden werkzaamheden verricht bij een werkervaringsplaats. Na afloop van deze werkzaamheden werd appellant gevraagd deel te nemen aan een Dariuz assessment, wat hij weigerde. Het college legde daarop een maatregel op, waarbij de bijstand van appellant met 50% werd verlaagd, omdat hij niet had meegewerkt aan het onderzoek naar zijn arbeidsmogelijkheden. Appellant betwistte de verplichting tot deelname aan het assessment en stelde dat hij niet goed was geïnformeerd over de verplichtingen voorafgaand aan zijn werkervaringsplaats. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college terecht had besloten tot verlaging van de bijstand, omdat appellant niet had meegewerkt aan het onderzoek dat noodzakelijk was voor zijn re-integratie. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant niet voldoende gronden had aangevoerd tegen de maatregel.